Het Jean Gol Centrum, voorgezeten door Georges-Louis Bouchez, heeft een volledige dag gewijd aan reflectie over een centrale thematiek: “De industrie tegenover haar existentiële uitdagingen”. In zijn openings- en slottoespraken bracht de voorzitter zijn boodschap: de industrie moet opnieuw “de eerste prioriteit” worden, zowel voor België als voor Europa.
Reeds in zijn inleidende woorden stelde Georges-Louis Bouchez vast dat Europa zichzelf in een situatie van structurele afhankelijkheid heeft gebracht.
“Wij zijn afhankelijk van de Amerikanen voor onze defensie, van de Arabische landen voor onze energie, en van China voor onze industrie”, verklaarde hij. Een meervoudige afhankelijkheid die onze internationale geloofwaardigheid ondermijnt en onze economische toekomst verzwakt. In dit kader roept hij op om een eigen industriële macht opnieuw op te bouwen, als voorwaarde voor de strategische autonomie van het continent.
Voor de voorzitter van het CJG en de MR is de industrie de sluitsteen van de ontwikkeling. Zij is tegelijk een bron van rijkdom, fundament van de groei, en pijler van de financiering van ons sociaal model. Hij benadrukte een belangrijk punt: “Zonder industrie is er geen vooruitgang mogelijk, en zijn er geen duurzame diensten.” Een uitspraak die als een rode draad doorheen de studiedag weerklonk.
Zijn analyse is opgebouwd rond drie grote uitdagingen.
De eerste is die van de overbelasting door fiscaliteit en overregulering die op de ondernemingen wegen. Hij vindt dat deze een zware rem vormen op investeringen, innovatie en de aantrekkelijkheid van ons grondgebied. Hij pleit voor een echte paradigmaverschuiving: een politieke actie meten, niet meer aan het aantal aangenomen wetten, maar aan het aantal geschrapte wetten wanneer deze nutteloos de vooruitgang belemmeren.
De tweede uitdaging is cultureel en intellectueel: het gaat erom het vertrouwen in wetenschappelijke en technologische vooruitgang terug te vinden. Het voorbeeld van de vertraging in de uitrol van 5G in Brussel illustreert volgens hem een klimaat van wantrouwen tegenover innovatie, dat de Europese concurrentiekracht ernstig schaadt. Het is dringend nodig om onderzoek, technologie en wetenschap opnieuw te erkennen als hefbomen van welvaart.
Ten slotte is de derde uitdaging de energievoorziening. Toegang tot overvloedige en betaalbare energie wordt gezien als essentieel voor de industriële heropleving. Hij pleitte voor massale investeringen in infrastructuur, en voor een duidelijke keuze in het voordeel van kernenergie, dat volgens hem onmisbaar is om de energietransitie te garanderen en tegelijk de economische activiteit te ondersteunen. Hij benadrukte ook het belang van een Europese strategie voor grondstoffen, gebaseerd op ontginning, raffinage en recyclage, om de afhankelijkheid van China te verminderen.
Bij de afsluiting van dit colloquium herinnerde Georges-Louis Bouchez aan de wil van de Mouvement Réformateur om van de industrie een echt maatschappelijk project te maken, dat verder gaat dan enkel de rol als motor van de groei. Het gaat erom de toekomstige welvaart te garanderen, een sterke staat te behouden, maar ook om Europa opnieuw vertrouwen te geven in zijn vermogen om een land van vooruitgang en innovatie te blijven.
Op het moment dat studies, zoals het recente rapport-Draghi, een kolossaal verlies aan welvaart voorspellen voor het continent als er niets gebeurt, roept Georges-Louis Bouchez op tot duidelijke en moedige keuzes. De industrie moet opnieuw het kloppend hart van de Europese economie worden, de voorwaarde voor haar macht en stabiliteit.
U kan hier de integrale teksten terugvinden van zijn openings- en slottoespraken uitgesproken tijdens ons colloquium “De industrie tegenover haar existentiële uitdagingen
Inleidingsrede
Goedemorgen, we hebben altijd de kunst om de rest van de planeet de les te geven. We leggen aan de Amerikanen uit dat ze niet gekozen zijn voor president. We leggen aan de Arabische landen uit dat ze meer de mensenrechten zouden moeten respecteren. En we leggen aan de Chinezen uit dat ze eigenlijk precies het tegenovergestelde moeten doen van wat ze doen. Het probleem is dat we volledig afhankelijk zijn van de Amerikanen voor onze defensie, volledig afhankelijk van de Arabieren voor onze energie, en volledig afhankelijk van de Chinezen voor onze industrie. Dus het is altijd heel goed om de anderen de les te geven, maar we moeten de middelen hebben om onszelf de les te geven.
En ik denk dat het vandaag aan onszelf is dat we deze les zouden moeten geven, omdat we de laatste jaren strategieën hebben gevolgd die doodlopende wegen bleken te zijn. En die doodlopende wegen, die zijn we nu aan het betalen. Het aandeel van het Europese bbp dat vandaag aan de industrie wordt besteed, bedraagt tussen 20 en 21%. Dit aandeel industrie in ons land is amper 13%.
Het is de industrie die het fundament van de economie mogelijk maakt. Dat moet de eerste prioriteit zijn. U weet hoe het is bij de politici: alles is altijd de eerste prioriteit. Bijvoorbeeld, het beleid inzake handicap, het beleid inzake kinderen wordt aangehaald als eerste prioriteit. Voor ons is de industrie werkelijk onze eerste reden. Omdat zij diegene is die iedereen zal belonen. Deze industrie die ons opnieuw in staat zal stellen om groei te voorzien. Want, laten we dit postulaat onder ons duidelijk neerleggen: wij vinden dat het niet mogelijk is een wereld met bevolkingsgroei te hebben zonder een groei in rijkdom, om die te kunnen delen.
U weet ook dat de verschillende regeringen moeilijke begrotingsconclaven tegemoet gaan. En de strategie van het hele politieke spectrum, behalve het onze, is te zeggen: we gaan belastingen creëren. Dat is logisch. U ook, als u geld nodig hebt, gaat u bij uw buren geld vragen. Tenminste, dat is wat de regering voortdurend doet. En de andere manier om de zaken te bekijken, is al in te zien dat we een uitgavenprobleem hebben, maar vooral dat we misschien een groeiprobleem hebben. Vandaag zijn onze groeicijfers te laag om het hoofd te bieden aan de vergrijzing. Ik spreek nog niet eens over de andere noden. Natuurlijk moeten we de uitgaven herstructureren, ons staatsapparaat herstructureren, maar we moeten ook opnieuw groei vinden.
En het is een feit dat de voorbije 20 jaar, onder het altaar van de ontgroei, het eerste slachtoffer de industrie was. Omdat ze vervuilt, omdat ze synoniem is van kapitalisme,… Alleen hebben we vandaag al die problemen naar het buitenland verplaatst. En we dragen de gevolgen, namelijk dat we in Europa geen vooruitgang meer kunnen voorzien terwijl wij historisch een land van vooruitgang zijn. Dat is de reden waarom we vandaag de verschillende en grote uitdagingen zullen bespreken. Ik ga niet langer zijn. Ik wilde u gewoon alvast zeggen dat er volgens ons, politiek gezien, drie uitdagingen zijn waaraan we absoluut moeten werken.
Dat zijn de uitdagingen van fiscaliteit en administratieve lasten die vandaag onmogelijk zijn geworden voor de industrieën. Ik denk dat wanneer men meerdere jaren moet wachten om een vergunning te krijgen, de investeerder onvermijdelijk vertrekt. Hij gaat weg, er is geen andere keuze. Dus we hebben een echt probleem van overbelasting door fiscaliteit en overregulering dat we moeten corrigeren. Een voorbeeld hiervan: in Frankrijk, om de Notre-Dame van Parijs te heropbouwen, wat hebben ze gedaan? Het eerste dat ze gedaan hebben, is een wet stemmen die zegt dat de normale wetgeving niet van toepassing is. Dus alles dient de actie, de vergunning, enzovoort. En ze zijn erin geslaagd. Het werk is op tijd klaar. En ik, als eenvoudig denker, dacht: waarom is die goede uitzondering geen norm geworden? Want het is goed verlopen voor Notre-Dame. Er was geen enkel probleem, iedereen is tevreden. Ah, maar nee! Voor de anderen, voor de privé, daar zetten we normen, normen, normen, en achteraf zegt men: hoe komt het dat het niet functioneert? Dus die overbelasting door fiscaliteit en reglementering zijn echt grote handicaps.
Het tweede element is politieke moed. Dat wil zeggen dat we veel politici hebben die de industrie verdedigen, maar ze verkiezen haar bij de buurman, elders. Ik kom uit een van de meest getroffen regio’s van het land, Mons-Borinage. Elke keer dat er een industrie moet komen bij ons, komt er een volksbeweging om zich daartegen te verzetten. En dus delen we de werkloosheid, in feite, maar niet de welvaart. We hebben geen lawaai, maar we zitten in de werkloosheid. En dat is geen oplossing voor de toekomst. Wij moeten politieke moed hebben op dit vlak.
Het derde element, dat fundamenteel is met betrekking tot ons openbaar belang, is de kwestie van energie. Europa heeft de laatste jaren alle verkeerde energiekeuzes gemaakt die men kon maken, door te talmen over kernenergie, door een reeks technologieën te verbannen die we vandaag uit de Verenigde Staten invoeren en bovendien gaat het niet alleen om de mogelijkheid om die energie te winnen, maar ook om ze te kunnen winnen aan een redelijke prijs. Deze energie-uitdaging, de energienorm die deze regering verdedigt, zal ook een punt zijn waar de industrie erg op wacht.
Wij zijn de eerste Franstalige Belgische politieke partij. Onze wil is om uw feedback om te zetten in een maatschappelijk project. Dus echt, reken op ons. De industrie zal werkelijk onze speerpunt worden, want wij denken dat het de sleutel is tot de ontwikkeling van ons land, maar ook van de Europese Unie. Een heel goede dag van reflectie gewenst, tot heel binnenkort.
Slotrede
Bedankt voor uw talrijke aanwezigheid, want gedurende de hele dag werd ik geïnformeerd en eerlijk gezegd was de zaal goed gevuld met zeer mooie profielen. Ik geloof dat het in de eerste plaats het werk en de kwaliteit van het werk is van de organisatoren, dus ik wil echt de teams van het Jean-Gol centrum bedanken voor dit werk. We zullen ook van de gelegenheid gebruik maken om de familie Van Mieghem te bedanken voor hun gastvrijheid. U zou de foto’s van hoe het hier vijftien dagen geleden was moeten zien. Eerlijk, het was totaal niet hetzelfde.
Deze dag heeft ook veel mensen aangetrokken omdat het thema zo belangrijk is. Ik ga niet herhalen wat ik vanmorgen heb gezegd, maar voor ons is de industrie echt de eerste prioriteit. En als we zeggen eerste prioriteit, is het echt de eerste prioriteit, want de vraag naar groei werd vaak in twijfel getrokken omdat groei zorgt voor klimaatonregeling, voor allerlei sociale en milieubeperkingen. Ik denk dat men niet naïef mag zijn in een wereld waar de bevolking blijft stijgen. Als men de rijkdom niet verhoogt om die te kunnen delen, zal het niet lukken.
Om het hoofd te bieden aan de vergrijzing, zouden we onder constant beleid tussen de 1,5 en 2% groei per jaar moeten hebben en deze volledige groei enkel aan de vergrijzing moeten spenderen. Dus als sommigen uitleggen dat we zonder groei kunnen, om de schuld te verhogen… Zoals ik vanmorgen zei, gaan we belangrijke begrotingsconclaven tegemoet. Dus de gebruikelijke recepten zijn de belastingen verhogen. Dat is precies het tegenovergestelde van wat we zouden moeten doen. We moeten de uitgaven duidelijk verminderen. We hebben een groot probleem met overheidsuitgaven in ons land. Maar we moeten vooral ook ons levensniveau kunnen behouden, en dus moet de groei hoger zijn dan we die de laatste jaren gekend hebben.
Daarvoor komt de industrie centraal te staan, met enkele uitdagingen. U hoorde verschillende MR-ministers, met name David Clarinval, zeker een van de meest betrokkenen, maar ook andere ministers zoals Cécile Neven.
Als we het industriële vraagstuk succesvol willen aanpakken, denk ik dat we ons op drie thema’s moeten concentreren:
Het eerste thema is de strijd tegen overbelasting en overregulering. Regels die u dagelijks hinderen bij vergunningsaanvragen, maar die zo remmend zijn geworden dat ze technologische vooruitgang tegenhouden. Er was bijvoorbeeld een panel over artificiële intelligentie. Europa investeert momenteel vier keer minder dan China en de Verenigde Staten in AI-onderzoek. Maar wij hebben een wet. We hebben zogezegd de beste wetgeving ter wereld. In elk geval de strengste. Het probleem is dat deze strenge wetten creativiteit en waardecreatie op ons grondgebied verhinderen.
Een heel concreet voorbeeld: Google en Meta hebben besloten hun nieuwste AI-technologie niet in Europa te implementeren omdat Europese wetgeving te streng is. Dat is een dramatisch signaal en een symbool voor Europa. Het betekent dat, voor het eerst sinds WOII, multinationals overwogen hebben dat Europa omzeilbaar is en het beter is andere markten te veroveren in plaats van de overmatige europese beperkingen te ondergaan. Dus deze uitdaging om wetten te schrappen moet op tafel en op de politieke agenda komen. Vandaag, als een politicus wil uitleggen dat hij iets gedaan heeft, vertelt hij dat hij een wet heeft gemaakt. Maar ik denk dat we het tegenovergestelde moeten doen. Uitleggen welke wetten we hebben geschrapt.
Ik nam vanochtend het voorbeeld van de wederopbouw van Notre-Dame de Paris. Datzelfde deden ze trouwens ook voor de Olympische Spelen. In Frankrijk, met een situatie die vergelijkbaar is met de onze op vlak van overbelasting en administratieve lasten, was het eerste wat ze deden voor Notre-Dame een uitzonderingswet stemmen zodat allerlei wetten niet van toepassing zouden zijn. Want dat was de enige manier waarop ze het doel van de president konden halen om in 2025 te kunnen openen. Velen vroegen zich af: “Waarom wordt dat geen normale regeling?” Die uitzondering moet norm worden. Als we die logica niet inslaan, zullen we het niet halen. En precies dat is het probleem in Europa. Iedereen heeft het gevoel dat het industriële vraagstuk door iedereen gedeeld wordt. Al in België maar ook in Europa zeggen veel mensen: hun rechterhersenhelft zegt “industrie is belangrijk”, de linker zegt dat je niks moet doen aan wetten, je moet reguleren en rijkdom afromen. Je kunt de doelstellingen niet realiseren. We zullen keuzes moeten maken, echt beslissende keuzes.
Het tweede thema is het herwinnen van het besef van vooruitgang, technologie, onderzoek en kennis. We leven in een maatschappij waar men nooit zo weinig vertrouwd heeft op vooruitgang. Neem het tijdsbestek om 5G uit te rollen in Brussel, de hoofdstad van Europa. Je kunt geen industrie ontwikkelen als je geen vertrouwen hebt in technologie en wetenschap. Nochtans zei men dat 5G de aarde andersom zou laten draaien, misschien… Brussel heeft minstens tien jaar vertraging op andere Europese hoofdsteden. Datzelfde geldt voor vezelontwikkeling.
Ook op vlak van infrastructuur staan we achter. Bijvoorbeeld bij het spoor, dat is ook belangrijk. We moeten kunnen investeren in technologie en infrastructuur om competitief te blijven voor industrie. Zonder dat, kun je proberen aan te trekken wie je wil, het lukt toch niet.
In die infrastructuren hoort ook de energie-infrastructuur. We zijn vlakbij Henegouwen, u kent de Boucle du Hainaut, daar is wat politieke moed voor nodig om uit te leggen dat je geen telewerk kunt doen en Netflix kunt kijken en tegelijk nuluitstoot mag verwachten zonder investeringen in kernenergie en netwerken om welzijn én groei mogelijk te maken.
Ik hoorde zojuist over datacenters. Stel dat alle projecten op tafel gerealiseerd werden, dan zou de stroomvraag in België verdubbelen. Theoretisch, niet alles zal gerealiseerd worden, maar als dat zo was, is het een verdubbeling van onze energiecapaciteit. Sommigen willen ons doen geloven dat we dat met een windmolen in de tuin doen, dat is naïef of oneerlijk. Die infrastructuur is ook belangrijk, want federaal moeten we nieuwe kernprojecten starten. Onvermijdelijk, minister Bihet heeft ons dat uitgelegd, we moeten locaties vinden, projecten lanceren, want een industriële strategie vraagt veel tijd, u weet dat als geen ander.
We moeten een strategie bepalen, maar ze meteen uitvoeren. Niet denken aan morgen. In het beste geval duurt het 10 tot 15 jaar om een nieuw nucleair project operationeel te krijgen.
Regioaal, als het over infrastructuur en grondstoffen gaat, waren wij de eersten om de heropening van mijnen te opperen. We moeten direct locaties vinden, een kaart maken van de ondergrond van Wallonië, om die activiteit te herontwikkelen. Het heeft zin om een hele keten op te bouwen, van extractie tot raffinage en recycling, voor een volledig circulaire economie, zodat je een ecosysteem rond deze uitdagingen ontwikkelt.
In de jaren 1990 was Europa wereldleider in gas en zeldzame metalen. Nu ziet u de evolutie, China domineert grondstoffen volledig, met uitdagingen zoals raffinage uitsluitend in China, wat veel zegt over onze absolute afhankelijkheid die een groot nadeel is geworden.
Het derde thema waaraan we meteen moeten werken, is een economie die een zekere autonomie heeft. Dus de vraag is niet grenzen sluiten. Ik ben een voorstander van globalisering en de markt. Ze hebben ongeziene vooruitgang gebracht voor de mensheid: welvaart, gezondheidszorg, onderwijs. Maar om aan die globalisering deel te nemen moeten we onze afhankelijkheid drastisch verlagen met strategische keuzes. We zijn totaal afhankelijk van de Amerikanen voor defensie. Erg afhankelijk van Arabische landen voor energie. Absoluut afhankelijk van China voor industrie. We zeggen aan de Chinezen dat ze het niet goed doen, aan de Arabische landen dat ze vrouwenrechten moeten respecteren, en aan de Amerikanen dat ze de verkeerde president gekozen hebben. Het is lastig de les te geven als je totaal afhankelijk bent en het is politiek onverstandig.
Het industrieel traject moet volledig opgenomen worden in een strategische autonomie voor Europa. U krijgt een brochure over militaire uitdagingen in Europa en onze industrie moet zich focussen op strategische sectoren.
Ik noemde defensie, energie, en dus moeten activiteiten opnieuw focussen op uitdagingen die we verwaarloosd hebben, omdat we dachten dat we onze vervuiling konden exporteren, dat we een economie op services konden bouwen zonder industrie. Dat is een fout: zonder industrieel hart is er geen dienstensector.
Vandaag voelen we dat duidelijk.
We zullen standpunten en politiek uitwerken in parlementen en regeringen. Zonder te veel te verklappen, zal David Clarinval een groeiplan voorstellen waarin industrie centraal staat, maar we hebben jullie ook nodig om heel de samenleving te mobiliseren.
Want veel mensen zijn volgens ons ver van de realiteit en uitdagingen van Europa. Schattingen als die uit het Draghi-rapport stellen dat we 1 miljard euro per dag aan welvaart verliezen. In tien jaar zou de EU dan ontwikkelingshulp nodig hebben. We moeten ons model bijstellen: denken dat we automatisch rijk blijven is een illusie.
Je mag dat cijfer bekritiseren, maar als Mario Draghi dat brengt, is het als wake-up call. Maar wat is er sindsdien politiek veranderd? Bijna niets.
Neem gerust contact op met onze medewerkers. Zij zullen sowieso proberen uw bronnen te benutten om een nuttig maatschappelijk project te bouwen, en om in twee dingen te geloven. Vooruitgang, dat terug centraal in de samenleving. Vooruitgang is vooral menselijke vooruitgang. Het is technisch en technologisch.
En ten tweede: het welzijn van mensen verder kunnen verbeteren. Want in Europa denken we dat we aan het einde van de geschiedenis zijn, aan het hoogste ontwikkelingsniveau zitten, maar bij een piek komt een dal. Willen we die val vermijden, moeten we naar een nieuwe piek streven. Dat is waar we u toe uitnodigen.
Hartelijk dank voor uw werk.