Op 23 juni organiseerden we aan de Université libre de Bruxelles een conferentie over een uiterst actueel en belangrijk thema: is de wispelturigheid van Donald Trump een kans voor Europa?
Een panel van gerenommeerde experts kwam samen om deze vraag vanuit diplomatiek, militair, industrieel en politiek oogpunt te benaderen. De debatten brachten de fundamentele uitdagingen aan het licht die de evolutie van de trans-Atlantische relatie met zich meebrengt, maar ook de kansen die zich aandienen voor een Europa dat klaar is om zijn strategische soevereiniteit op te nemen.
Hubert Védrine, voormalig Frans minister van Buitenlandse Zaken, gaf een historische analyse. Volgens hem is Trump geen afwijking, maar “de brutale uitdrukking van een Amerika dat geen wereldpolitie meer wil zijn.” Hij herinnerde eraan dat de VS sinds hun oprichting eerder isolationistisch zijn ingesteld en alleen ingrijpen als hun directe belangen op het spel staan. “Het idee dat de Verenigde Staten vanzelfsprekende beschermers van Europa zijn, is een gevaarlijke illusie,” benadrukte hij. Védrine riep op tot de creatie van een Europese pijler binnen de NAVO. Maar hij waarschuwde ook: “Zolang Europeanen denken dat Trump elke dag van mening verandert, zullen ze niet handelen. Pas als het gevoel van verlatenheid écht is, zal Europa eindelijk het heft in eigen handen nemen.”
Georges-Louis Bouchez, voorzitter van de Mouvement Réformateur, stelde dat de huidige crisis niet alleen aan Trump te wijten is, maar deel uitmaakt van een bredere wereldwijde trend van Amerikaans strategisch terugtrekken. “Het probleem is niet Trump. Het probleem is dat wij onze soevereiniteit hebben opgegeven.” Hij benadrukte dat Amerikaanse presidenten verkozen worden voor de belangen van de VS, niet van Europa. Hij bekritiseerde de “strategische onverantwoordelijkheid” van Europese leiders die te lang voor comfort kozen in plaats van voor macht. Bouchez pleitte voor een Europese heropleving gebaseerd op twee eisen: een krachtig én democratisch Europa. “Europa zal pas bestaan op het moment dat het een verkozen president heeft.” Ten slotte riep hij op tot massale en onmiddellijke investeringen in kritieke technologieën en Europese militaire capaciteiten. “Als China morgen stopt met het leveren van microchips, komt Europa tot stilstand. Dat is de realiteit.”
Europees parlementslid Nathalie Loiseau benadrukte dat Europa moet stoppen met het volgen van de agenda van anderen. “Is Trump een kans voor Europa? Europa moet eerst een kans zijn voor zichzelf.” Ze herinnerde eraan dat de afhankelijkheid van de VS niet nieuw is, maar dat de echte breuklijn kwam met de Russische aanval op Oekraïne: “Poetin heeft ons uit decennia van strategische luiheid gerukt.” Ze somde concrete vooruitgangen op, zoals gezamenlijke militaire aankopen en het Europees Defensiefonds, maar riep op om veel verder te gaan: “Er liggen nog 300 miljard euro aan ongebruikte relancemiddelen klaar. Waarom zouden we die niet mobiliseren voor onze collectieve veiligheid?”
Benoît Chaucheprat, expert in defensiemarkten en reserveofficier, ging dieper in op de industriële aspecten. Volgens hem is “een sterke Europese defensie-industrie een absolute voorwaarde voor strategische autonomie.” Hij prees het Europees Defensiefonds (7 miljard euro) dat samenwerking tussen kmo’s en onderzoekscentra in heel Europa, ook in België, mogelijk maakt. Hij verwees naar concrete projecten zoals het Airbus A400M-programma, en onderstreepte: “Amerikaanse wapens kopen kan geen langetermijnstrategie zijn.”
Luitenant-generaal Pierre Gérard, de Belgische militaire vertegenwoordiger bij het Militair Comité van de NAVO, gaf een heldere en ongekunstelde analyse van de veiligheidscontext. Zijn tussenkomst maakte duidelijk hoe groot de uitdagingen zijn waarvoor België, net als Europa, zich moet voorbereiden. Volgens hem kan Europa zich geen improvisatie meer veroorloven:
“Vandaag zijn we gefocust op Rusland, maar de grote uitdagingen van morgen dienen zich nu al aan: Afrika zal in 2050 2,4 miljard inwoners tellen. Het Midden-Oosten blijft instabiel. Dat zijn geopolitieke realiteiten, geen hypothetische scenario’s.” Hij pleitte voor het versterken van bestaande partnerschappen, in het bijzonder met Frankrijk, Duitsland en Nederland, met het oog op capaciteitsontwikkeling en schaalvoordelen: “Wanneer we onze krachten bundelen, winnen we aan efficiëntie en verlagen we de kosten.” De luitenant-generaal benadrukte het belang van strategische flexibiliteit, zowel op nationaal als op Europees niveau: “Het is niet voldoende om de budgetten op te trekken. We moeten duidelijk prioriteiten stellen op het vlak van capaciteiten. Militaire leiders zijn niet bezig met 2%, 3,5% of 5% van het BBP. Zij focussen op de reële capaciteiten.” Tot slot wees hij op de specifieke rol die België kan spelen:
“Wij beschikken over internationaal erkende niche-expertise, zoals mijnenbestrijding op zee. Net op die sterke punten moeten we inzetten, daar waar we echte toegevoegde waarde bieden.”
Mia Doornaert, Vlaamse essayiste en expert in internationale betrekkingen, had een scherpe en heldere blik op de Europese naïviteit. Ze wees op het contrast tussen officiële EU-verklaringen en de realiteit in de wereld: “Terwijl Europa waardeverklaringen opstelt, bouwt de rest van de wereld aan zijn macht.” Volgens haar is Trump geen op zichzelf staand fenomeen, maar “een symptoom van het verval van de westerse illusie.” Ze bekritiseerde de “procedurezucht van Europa”, die het “onmachtig maakt om strategisch te denken en te handelen” in een wereld waarin kracht en snelheid domineren.
Dit debat bood ambitieuze maar realistische perspectieven: om de wereldwijde onzekerheden het hoofd te bieden, mag Europa zich niet langer beperken tot reageren. Het moet eindelijk een volwaardige strategische speler worden, die in staat is om zijn belangen en waarden te verdedigen in een steeds meer gepolariseerde wereld.