Door Corentin de Salle, Wetenschappelijk Directeur van het Centre Jean Gol

Donderdagavond was de unanieme mening van de deelnemers aan ons evenement dat het Centre Jean Gol een prachtig eerbetoon had gebracht aan Jean Gol. Helaas werd dit moment van bezinning en uitwisseling overschaduwd door een samenkomst van enkele honderden antifascisten die het gebouw omsingelden. Zij hebben de toegang belemmerd, uitgescholden, uitgejouwd en mishandeld, geslagen, opgejaagd de organisatoren, sprekers en deelnemers die heroïsch probeerden toegang te krijgen tot het gebouw. Hun ‘misdaad’? Een groot figuur uit ons Belgische politieke leven eren, die 30 jaar geleden is overleden en van wie het graf diezelfde ochtend nog werd geschonden.
Voor deze mensen, verblind door fanatisme, belichaamden wij alles wat hen is aangeleerd te haten
Hoe valt zo’n haat te verklaren? In de ogen van deze jongeren –en minder jongeren – belichaamden de deelnemers aan onze conferentieop een fantasierijke manier alles wat, sinds enkele jaren, hen is aangeleerd te haten: racisten, extreemrechtse extremisten, vijanden van de volksklassen (of zelfs van het menselijk geslacht) en, bijkomstig, medeplichtigen aan de vermeende genocide die momenteel in Gaza plaatsvindt.
Het is nu bijna twee jaar dat partijen zoals de PTB, Ecolo en de PS demoniserende uitspraken doen over de voorzitter van de MR, de mandatarissen van de MR, de sympathisanten van de MR, de militanten van de MR en, samengevat, iedereen die voor de MR heeft gestemd.
In december 2024 werden dergelijke gewelddaden betreurd tijdens twee grote conferenties van het CJG. Graffiti besmeuren regelmatig de gevel van de partij, waarvan de ramen vaak worden vernield. Tijdens de Boekenbeurs ontsierden antisemitische tags de muren van Tour & Taxis. Enzovoort, enzovoort. Dit fenomeen is niet nieuw, maar er werd een kantelpunt bereikt op donderdagavond.
Sinds enkele jaren hebben de ideeën van de MR aan populariteit gewonnen in de publieke ruimte. Maar deze grotere zichtbaarheid betekent niet dat het ideologische debat aan kwaliteit heeft gewonnen in Franstalig België. Integendeel! Dat debat is de afgelopen jaren geleidelijk verarmd. Wat er nog voor doorgaat, zijn meestal verwijten, verdachtmakingen en zelfs absurde beschuldigingen.
Het ideologische debat bestaat bijna niet meer in België
Hier is het van belang goed onderscheid te maken tussen het politieke debat en het ideologische debat. Het eerste wordt dagelijks gevoerd door verschillende geschreven en audiovisuele media. Politieke vertegenwoordigers worden geïnterviewd door journalisten of gaan met elkaar in discussie over actuele dossiers, en men kan stellen dat, grosso modo, het kader dat zulke uitwisselingen mogelijk maakt, bestaat.
Het ideologische debat daarentegen gaat over politieke ideeën, over de confrontatie tussen wereldbeelden en maatschappelijke projecten. Het maakt het mogelijk om de positie van concurrerende politieke krachten in een samenleving te identificeren en werpt nuttig licht op de waarden, ideeën en prioriteiten van de verschillende ideologische families. Dit wordt niet uitsluitend, en zelfs niet in de eerste plaats, gedragen door mandatarissen, maar door intellectuelen en vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld. Pluralisme in dit type debat is zo goed als onbestaande in Franstalig België. Dat zou impliceren dat de media die beweren dit te organiseren, op evenwichtige wijze vertegenwoordigers van alle democratische ideologische strekkingen uitnodigen en aan het woord laten. Dat is niet het geval. Ongeacht wie wordt uitgenodigd, wat opvalt in de terugkerende tussenkomsten, is de overweldigende dominantie van de linkse interpretatiekaders. In vijftig tinten rood. Mensen met rechtse of zelfs centrumrechtse overtuigingen worden slechts sporadisch en veel minder frequent uitgenodigd. Een beetje als een alibi voor een pluralisme dat niet bestaat. En hun discours wordt vaak gelijkgesteld met radicaalrechts of extreemrechts.
Zolang de intellectuele linkerzijde op hegemonische wijze heerste over deze debatten, bleef de toon van deze uitwisselingen nog beleefd. Anders gezegd: het bleef beleefd zolang de linkerzijde de culturele strijd had gewonnen. Dat heeft tientallen jaren geduurd. Dat betekende dat iedereen – of bijna iedereen (het publiek, de verenigingen, de leerkrachten, de media en zelfs de politieke wereld in haar geheel) – de werkelijkheid bekeek door de bril van de linkerzijde. De linkerzijde was lange tijd de kracht die het interpretatiekader van verschijnselen en gebeurtenissen binnen een samenleving oplegde. Zij bepaalde zelfs de semantiek (« sociale rechtvaardigheid », « inclusie », « participatieve democratie », « sociaal bloedbad », « inclusieve neutraliteit », « studentenarmoede », « duurzaamheid », « samenleven », « redelijke aanpassingen », enzovoort, enzovoort).
Maar, als gevolg van het flagrante falen van het overheidsbeleid dat volgens dit interpretatiekader werd toegepast, als gevolg van een gevoel van opstand dat deze situatie in de bevolking heeft veroorzaakt, als gevolg van een ideologische impasse binnen de linkerzijde, is deze hegemonie de afgelopen jaren beginnen wankelen en de indrukwekkende overwinning van de MR in juni 2024 is daar het duidelijkste bewijs van. Het Centre Jean Gol heeft zijn eigen interpretatiekaders kunnen naar voren brengen over werk, justitie, economie, energie, enz.
Zolang de linkerzijde het ideeëndebat monopoliseerde, was het geweld van die dominantie niet zichtbaar
Helaas heeft deze situatie niet geleid tot een herstel van een evenwichtig ideologisch debat. Het concept « culturele oorlog » werd opgevoerd door vertegenwoordigers van de linkerzijde – bewust of niet, intelligent of niet – om de MR en zijn studiedienst ervan te beschuldigen conflict te creëren en de polarisatie binnen het ideeëndebat te versterken. In werkelijkheid streven de liberalen er gewoon naar om hun standpunten en ideeën te laten horen binnen een evenwichtig ideologisch debat. Maar de linkerzijde is het niet gewend hen op zo’n assertieve manier te horen. Doordat zij veel te lang in een intellectuele bubbel heeft verkeerd, is zij extreem intolerant geworden. Daardoor verwerpt zij en formuleert zij absurde en beledigende beschuldigingen (« radicaal rechts », « racisme », « extreemrechts ») tegen liberale sprekers die, zoals de voorzitter van de MR, authentiek liberale ideeën verdedigen en fier hun liberale identiteit bevestigen. Omdat zij krachtig de ideeën van de linkerzijde bekritiseren, wordt deze houding als onduldbaar beschouwd.
Het CJG wil geen ene hegemonie vervangen door een andere. Het wil het ideologische pluralisme herstellen en een eerlijk ideeëngevecht mogelijk maken. De MR en het Centre Jean Gol, die regelmatig vertegenwoordigers van de linkerzijde uitnodigen op hun congressen, conferenties en colloquia, worden zelf bijna nooit uitgenodigd in de intellectuele kringen van de linkerzijde, zelfs niet wanneer die met publieke middelen worden gesubsidieerd. Het is zelfs bijna onmogelijk geworden – zoals het CJG vaak bitter heeft moeten vaststellen – om ideologische debatten te voeren over bepaalde onderwerpen (wokisme, verlenging van kernenergie, liberaal ecologisme, enz.) met tegenstanders van de linkerzijde, omdat deze eenvoudigweg weigeren. Uiteraard zijn het dezelfde mensen die daarna zullen klagen over het vermeende gebrek aan pluralisme in de panels van het CJG…
Het is waarschijnlijk precies door het ontbreken van een authentiek « ideologisch » debat dat de « politieke » debatten zo gewelddadig en agressief zijn geworden. Waarom? Omdat de sprekers absurde verdachtmakingen uiten tegen degenen die niet hetzelfde ideologische interpretatiekader delen. En dat afwijzen door de linkerzijde is schadelijk, want door voortdurend ideeën en personen te diskwalificeren, verbittert men talrijke respectabele burgers die hun standpunten nooit duidelijk verwoord of verdedigd zien worden in de Franstalige Belgische media. Daardoor draagt deze houding bij aan de opkomst van populisme en extremisme.
De verklaring van de linkerzijde zou zijn dat wie woede zaait, storm zal oogsten. Dat dit fysieke geweld een populaire reactie zou zijn op het symbolisch geweld dat tegen hen wordt uitgeoefend. Enzovoort, enzovoort. Daar herkennen we de oude marxistische matrix van de linkerzijde, dezelfde matrix die geleid heeft tot slachtofferschap, het afschuiven van verantwoordelijkheid en verarming sinds de linkerzijde zich daardoor laat inspireren om te regeren. In werkelijkheid komen de belediging, de scheldpartij en het geweld — zowel symbolisch als fysiek — vandaag uitsluitend van de kant van de linkerzijde. En de MR is geen kleine dominerende minderheid die de samenleving geweld aandoet. Het is een partij die, gesteund door 750.000 Belgen die voor haar hebben gestemd, zich vandaag inspant, samen met verschillende andere partijen waarmee zij coalities vormt, om democratisch onderhandelde regeerakkoorden uit te voeren.
Wij streven ernaar het ideologische pluralisme te herstellen
Het ideologische debat herstellen betekent leren om verschillende democratische ideologische interpretatiekaders op respectvolle wijze naast elkaar te laten bestaan: socialistisch, sociaaldemocratisch, ecologistisch, liberaal, conservatief, enz. Zonder iemand uit het debat uit te sluiten vanwege zijn of haar behoren tot een democratische ideologische familie, maar door die persoon stevig te bekampen op de ideeën die hij of zij verdedigt.
Een democratisch volwassen samenleving waardeert de uitwisseling van ideeën en laat pluralisme daadwerkelijk leven. Vandaag hebben geweld, scheldpartijen en intolerantie de plaats ingenomen van stevig, rationeel en beargumenteerd debat.
Men zou kunnen hopen dat de traditionele partijen die vandaag beweren zich te willen « herbronnen », opnieuw zullen instemmen met deelname aan authentieke ideologische debatten en dat de media hiervoor een passend kader zullen bieden. Maar wat we de afgelopen tijd zien, wijst er helaas op dat de dominante tendens binnen deze linkse partijen een tegenovergestelde richting inslaat. Paul Magnette beweert nu openlijk dat « extreemrechts zich binnen de MR heeft genesteld », wat neerkomt op een echte aanzet tot haat. Verstoken van argumenten, vijandig tegenover elk debat, vernietigt hij de affectio societatis die noodzakelijkerwijs moet bestaan tussen democratische partijen. Deze moraliserende linkerzijde, verre van het bolwerk dat zij beweert te zijn tegen extreemrechts, wordt een van de belangrijkste oorzaken ervan.
Donderdagavond verklaarde de voorzitter dat hoe meer dit geweld zou toenemen, hoe meer ons studiecentrum conferenties en colloquia zou organiseren om, binnen deze partijen en verenigingen, alle humanistische en welwillende mensen op te roepen om te komen debatteren en de dialoog te herstellen om onze democratie nieuw leven in te blazen, die vandaag wordt vernield door een slecht verliezende linkerzijde, beneveld door domheid.


